Advies bij bouwplannen

over archeologie en kom
niet voor verrassingen te staan.” — Anne de Groot

Advies bij bouwplannen
Voorkom verrassingen,
check bij de gemeente
Houd er rekening mee dat je bij bouwplannen te maken kunt krijgen met archeologie. En dat de initiatiefnemer altijd moet betalen voor onderzoek. Dit betekent dat degene die een huis wil bouwen of op een andere manier de bodem gaat verstoren, de kosten voor het archeologisch onderzoek moet betalen.
Check het bestemmingsplan
Check op ruimtelijkeplannen.nl of jouw plan volgens het bestemmingsplan een dubbelbestemming ‘archeologie’ heeft. Als dat zo is, volgen er bij vergunningaanvraag nog meer stappen.
Archeologische quickscan
De gemeente vraagt een archeologische quickscan aan bij Archeologie West-Friesland.
Uitkomst noodzakelijk vervolgonderzoek
De quickscan gaat over de afweging tussen de voorgenomen ingreep en de aanwezige of te verwachten archeologische waarden en over de noodzaak voor verder onderzoek.
Bouwplan aanpassen
Soms is het raadzaam om het bouwplan aan te passen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een archeologie-vriendelijk funderingsplan. Hier kan Archeologie West-Friesland over adviseren.
Mogelijke
vervolgstappen
Soms is na de quickscan verder onderzoek nodig. De kosten hiervoor zijn voor rekening van de initiatiefnemer. De vorm hangt af van locatie, omvang en aard van het plan.
Bureauonderzoek (ABO)
Noodzakelijk bij complexe, onbekende of omvangrijke gebieden. Met zoveel mogelijk bronnen wordt er een ‘gespecificeerde archeologische verwachting’ bepaald voor een plangebied. Dit is de basis van een advies voor vervolgonderzoek. Meestal is dit binnen West-Friesland al geformuleerd en kan de stap van een aanvullend bureauonderzoek worden overgeslagen.
Inventariserend Veldonderzoek (IVO)
Een Inventariserend Veldonderzoek kan twee vormen aannemen:
- IVO-overig (IVO-O)
Dit zijn onder andere: booronderzoek, geofysisch onderzoek, oppervlaktekarteringen en metaaldetectie. In West-Friesland worden voornamelijk booronderzoeken ingezet, vaak om het prehistorische landschap in kaart te brengen. De gespecificeerde verwachting en de intactheid van de bodem worden hiermee getoetst. - IVO-proefsleuven (IVO-P)
Het proefsleuvenonderzoek (IVO-P) gebeurt op locaties waar een booronderzoek geen uitsluitsel kan geven over de locatie van een vindplaats, omdat er bijvoorbeeld geen vondst lagen aanwezig zijn.
Opgraving
Als meteen duidelijk is dat de locatie om een archeologische vindplaats gaat en er geen aanwijzing is dat de vindplaats ernstig verstoord is, kan gekozen worden om direct een archeologische opgraving uit te voeren. Dat gaat bijvoorbeeld om locaties in de binnenstad van Hoorn of binnen de dorpslinten.
Door middel van een archeologische opgraving worden de archeologische waarden (de informatie van de vindplaats) ex situ bewaard. Dat betekent dat de aangetroffen sporen en vondsten worden gedocumenteerd, geïnterpreteerd en gepubliceerd. Zo worden de archeologische waarden, die niet in situ bewaard konden blijven, toch op een zekere manier bewaard in het archeologisch depot. In uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om graafwerkzaamheden archeologisch te begeleiden (bijvoorbeeld bij rioolwerkzaamheden).
Programma van Eisen
Bij veldonderzoeken is een Programma van Eisen (PvE) verplicht.
Dit is een document waarin de wetenschappelijke onderbouwing van een onderzoek is vastgelegd en het kwaliteitsniveau wordt bepaald. Het archeologisch onderzoek kan worden uitgevoerd door een marktpartij of door Archeologie West-Friesland.
Evalueren en vrijgeven
Na iedere fase in het werkproces wordt geëvalueerd of het noodzakelijk is het onderzoek voort te zetten. Na een archeologische opgraving wordt het plangebied altijd vrijgegeven met betrekking tot archeologie. De vrijgegeven delen worden na afloop opgenomen in de gemeentelijke archeologische beleidskaart.
Vraag advies
Wil je advies of inzicht krijgen in de aanwezige of te verwachten archeologische waarden voordat je een plan gaat indienen bij de gemeente?