De Nijs Care B.V. bouwt momenteel vier huizen aan de oostzijde van de Vijzelstraat te Enkhuizen. Voorafgaand aan de bouw heeft Archeologie West-Friesland het plangebied opgegraven. Hierbij zijn de resten teruggevonden van landwinning uit de Middeleeuwen en bewoning van de Enkhuizers uit de Gouden Eeuw.
Middeleeuwse landwinning
Het gebied ten westen van de huidige Van Bleiswijkstraat was in de Middeleeuwen een waterrijk gebied waar riet en veen groeide. Tussen 1450 en 1489 werd dit moerassige gebied onderdeel van de stad Enkhuizen door een metersdik pakket van klei, veen, mest en riet in het moeras te storten. Om te voorkomen dat de opgebrachte grond direct zou wegspoelen werden houten schotten geplaatst die als een soort damwanden functioneerden.
Op de oudste kaart van Enkhuizen van Jacob van Deventer (rond 1560) is aaneengesloten bebouwing zichtbaar langs de oostzijde van de huidige Vijzelstraat. Tijdens het veldwerk werd van deze huizen niets teruggevonden. Wel bleek dat het terrein in de 16de eeuw nogmaals werd opgehoogd met klei en afval. In dit ophogingspakket werd een vrijwel intacte olijfoliekruik uit Portugal gevonden uit de tweede helft van de 16de eeuw. Dergelijke kruiken zijn interessante getuigen van de Nederlandse handel in het Middellandse Zeegebied in het begin van de Gouden Eeuw.
Huizen in de Gouden Eeuw
De bewoningsresten uit de 17de eeuw zijn beter bewaard gebleven. Zo werd aan de noordzijde van het plangebied een steeg teruggevonden van 1,20 m breed bestaande uit brokken baksteen en plavuizen. Aan weerszijde van de steeg stonden schuttingen, waarvan nog de houten palen en enkele planken resteerden. Tegen deze schuttingen aan werd de fundering aangetroffen van een zijgevel van een 17de eeuws pand. Deze bestond uit een naaldhouten plank waarop nog enkele bakstenen van de muurfundering zichtbaar waren. Het grootste deel van het opgaande muurwerk is in de 18de eeuw verwijderd bij de sloop van de huizen en verkocht als tweedehands bouwmateriaal.
Direct achter de huizen werden waterkelders gevonden. Deze werden gemetseld met harde gele bakstenen en hierin ving men via het dak regenwater op dat als drinkwater kon worden gebruikt. Naast de waterkelders waren meerdere ingegraven houten tonnen en kuipen aanwezig. Deze konden dienen als waterput, voor ambachtelijke doeleinden of als afvalput.
Huisraad van de bewoners
In één van de tonnen hebben de bewoners van de huizen rond 1700 een gedeeltelijke huisraad achtergelaten bestaande uit onder andere Chinees porselein, glaswerk, Delftse borden en kommen, tabakspijpen, olielampjes, meerdere tinnen lepels en een tinnen beker. Ook lag er een tropisch kaurischelpje in de ton. Dit soort schelpen gebruikte de WIC als betaalmiddel in bijvoorbeeld West-Afrika of Oost-Azië. Mogelijk is dit schelpje als souvenir meegenomen van een zeereis en uiteindelijk in een tonput in Enkhuizen terechtgekomen.
Tot slot werd in een 17de eeuwse ophogingslaag een tinnen sleutelbos aangetroffen. De sleutelbos bestaat uit een messing ketting waaraan zes sleuteltjes hangen. Het is waarschijnlijk dat deze sleutelbos voor de sier was bedoeld. Tin is namelijk een dermate zacht metaal dat een echte sleutel te snel zou afbreken bij regulier gebruik.