Bijzondere blauwe karaf uit Gouden Eeuw opgegraven in Oosterend
Tijdens het archeologisch onderzoek aan de Koetebuurt in Oosterend in juni 2019 is in een kuil achter een van de historische huizen een bijzondere fles gevonden. Het is een fraaie blauwe karaf van 23 cm hoog uit de periode 1650-1675. Dergelijke karaffen komen zelden uit de grond maar zijn wel bekend in museale collecties. Daar zijn ze meestal voorzien van een zilveren montuur. De karaf lag in scherven, maar is zorgvuldig geplakt. De karaf wordt vandaag voor het eerst getoond op de Dag van de Archeologie in de Burghkerk in Den Burg. Daarna is deze te bewonderen in de Oudheidkamer in Den Burg.
Luxe dineren met veel wijn was iets wat de Hollandse elite graag deed in de Gouden Eeuw. De tafel was rijk gedekt, gevogelte, wild en vis werd opgediend, men at van Chinese porseleinen borden en dronk uit Venetiaanse glazen. De wijn werd gedecanteerd in een karaf en vervolgens uitgeschonken. Drinkglazen zoals roemers maar ook groene flessen werden in Nederland zelf gemaakt. Exclusieve producten kwamen uit Venetië en Zuid-Duitsland. In het zuiden van Duitsland kwam kobalt van nature voor en werd als hittebestendig pigment aan de glaspasta toegevoegd. Hierdoor kreeg het glas een diepblauwe kleur. Door het glas in een mal met ribben te blazen, werd een spectaculair effect van kleuren en lijnen bereikt. De kobaltfles werd vermoedelijk in Amsterdam, als knooppunt van de glashandel, door een rijk huishouden aangeschaft en is op een of andere wijze op Texel terecht gekomen. Het moet te pronk hebben gestaan in een eenvoudig huishouden in Oosterend. Fragmenten van degelijke flessen worden zeer zelden gevonden. De kobaltfles uit Oosterend is de eerste complete uit een opgraving. Het zilveren montuur en de stop ontbraken echter. Aan de achterzijde is duidelijk te zien waarom de fles is weggegooid, deze viel heel hard in gruzelementen op de vloer.
Bekijk hieronder het krantenartikel van maandag 14 oktober: