Dendrochronologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het dateren van hout. De objecten die hierbij worden onderzocht zijn divers. Dit kan bijvoorbeeld hout zijn dat is gevonden bij archeologisch onderzoek, een beschilderd paneel uit de Gouden Eeuw, een scheepswrak of onderdelen uit een historisch gebouw. Eikenhout wordt het meest onderzocht binnen de dendrochronologie, maar ook diverse naaldhoutsoorten zijn hier bijvoorbeeld voor geschikt, bijvoorbeeld hout van de grove den en fijnspar.

Sjoerd van Daalen aan de meettafel.

Sjoerd van Daalen aan de meettafel.

Het dateren gebeurt aan de hand van de jaarringen in het hout. Ieder jaar vormt een boom één jaarring aan de buitenzijde van de stam en op deze manier wordt de boom steeds dikker. De dikte van de jaarring is afhankelijk van de groeiomstandigheden in dat specifieke jaar. Bij gunstige omstandigheden, bijvoorbeeld bij voldoende regen en zon, wordt een dikke ring gemaakt en groeit de boom dus snel, terwijl zich bij ongunstige omstandigheden een dunne ring vormt. Bomen in hetzelfde gebied staan bloot aan dezelfde groeiomstandigheden, waardoor zij een vergelijkbaar patroon van dikke en dunne jaarringen tonen. Dit is een uniek patroon dat je kunt vergelijken met een streepjescode.

De dikte van de jaarringen wordt door de dendrochronoloog opgemeten op een houtmonster met behulp van een speciale meettafel en een microscoop (zie foto rechts). Het resultaat hiervan is een digitale grafiek van het jaarringpatroon in het hout. Deze grafiek wordt vergeleken met zogenaamde referentiekalenders.

Een referentiekalender (zie afbeelding onder) is een lange grafiek die is samengesteld met een grote hoeveelheid metingen van hout uit hetzelfde gebied. Als de metingen van hout uit levende bomen, historische gebouwen, archeologisch hout en subfossiel hout met elkaar overlappen, kan een kalender worden gemaakt die steeds verder terug in tijd wordt verlengd. Doordat bij de opbouw van een referentiekalender de metingen van levende bomen als uitgangspunt worden genomen, is voor een kalender bekend welke ring in welk jaar is gevormd.

 

De opbouw van een referentiekalender.

De opbouw van een referentiekalender.

 

Wanneer de grafiek van een gemeten stuk hout een goede overeenkomst toont met een of meer kalenders, is het hout gedateerd. Dit kan een hele nauwkeurige datering opleveren. Indien de laatst gegroeide ring onder de bast aanwezig is in het stuk hout, kan op het jaar nauwkeurig worden bepaald wanneer de boom is gekapt.

Behalve inzicht geven in de datering, geeft jaarringonderzoek ook informatie over de herkomst van het onderzochte hout. Voor de verschillende regio’s in Europa bestaan namelijk verschillende referentiekalenders. Zo wijken bijvoorbeeld Zuid-Noorwegen, Estland en het bovenstroomse gebied van de Rijn significant van elkaar af. De kalenders waarmee het houtmonster de beste overeenkomsten toont, weerspiegelen in principe de herkomst van het hout.


Dendrochronologie is specialistisch onderzoek. Archeologie West-Friesland laat haar houtmonsters onderzoeken door Van Daalen Dendrochronologie in Deventer.