Bij het fort de Schans wordt in opdracht van het Hoogheemraadschap een uitstroomgemaal gebouwd. Deze uitstroom houdt het binnenwater op peil. Het nieuwe gemaal wordt door de oude historische dijk gegraven. Daarmee gaan deze resten verloren en worden daarom onderzocht. In de afgelopen week is veel ontdekt op, in en onder de middeleeuwse zeedijk. Vandaag, donderdag 11 mei, is er een unieke kans om de ontdekkingen te bezichtigen tijdens een open dag van 16.00 – 20.00 uur.
Boeren uit de IJzertijd onder de kwelder
In de IJzertijd (800 v. Chr. -0) stond de zee ongeveer 1 m lager dan tegenwoordig. Dat betekende dat op meer plekke kon worden gewoond. Op 20 cm onder NAP is onder de dijk een deel van een nederzetting uit de Later IJzertijd gevonden (200 v. Chr-0). Het gaat om paalgaten van ingegraven staanders voor kleine gebouwen en aardewerk van kookpotten uit deze tijd. Op Texel zijn veel resten uit deze periode aangetroffen, Nu worden ze voor het eerst ook onder de dijk gevonden.
Omdat de zeespiegel langzaam steeg, liep steeds meer woongebied onder water en ontstond een kwelder. De laag van de kwelder onder de dijk is 40 cm dik. Deze liep in de middeleeuwen bij zeer hoog water onder. Het Marsdiep voerde in de late middeleeuwen steeds meer zeewater de Waddenzee in. Dat was nadelig voor de boeren en hun akkers. Daarom kregen de bewoners van Texel in 1350 toestemming om een zeedijk te bouwen. Hierdoor ontstond de polder Oostergeest.
De eerste zeedijk?
Of de historisch vermelde zeedijk ook de teruggevonden zeedijk is, moet nog blijken. Wel is archeologisch te zien dat op deze plek vanaf een hoogte van 0,2 m + NAP een ‘kade’ van 1 m hoog en 6 m breed werd gebouwd. Deze is opgebouwd uit gestapelde zandige kleizoden. Deze zijn gestoken in de gors, het buitendijkse land voor de dijk. Met afdekkende schil van klei is dijk 1,3 m hoog en 8 m breed, de kruin ligt op 1,5 + NAP. De dijk is periodiek opgehoogd met vermengde zandige zoden en plaggen. Deze zijn vermoedelijk binnendijks gestoken. De vroegste wierriem is vermoedelijk aangelegd in 15de eeuw. De kruin van de dijk ligt dan op 1,7 m + NAP. Het voorland beschermde de dijk tegen de kracht van de golven.
De Texelse zeedijk is regelmatig op vele plaatsen doorgebroken. Nabij de Schans bleek de dijk echter sterk genoeg. Van een dijkdoorbraak of grote reparaties, is niets teruggevonden. Echter tijdens de stormvloed van 16-18 augustus 1590 werd het voorland weggeslagen en het zeewater aan de dijk werd zo diep dat een zeeschip kon afmeren. Op dat moment wordt vermoedelijk een nieuwe wierriem gebouwd om de dijk te beschermen. Deze is wel 2 m breed. De wierriem is opgebouwd uit telkens opgebrachte lagen zeegras. Zeegras groeide voor 1932 overal in de Waddenzee. De wierriem wordt verankerd met grote eiken en grenen palen uit Scandinavië zodat het wier niet wegdreef.
Wachttoren op de dijk voor de Schans
Achter de dijk werd in 1575 gedurende de 80-jarige Oorlog in opdracht van Willem van Oranje een groot fort gebouwd om de Rede van Texel te beschermen tegen de Spanjaarden. Rond 1621 werd hier een baksteen wachttoren aan toegevoegd. De toren was de militaire verbinding tussen de zee en het fort.
Ten tijde van de bouw van de wachttoren stak de dijk tot 2,2 m + NAP. De wachttoren is gemetseld met schelpkalkmortel en opgebouwd uit gele baksteen (Friese boeren geeltjes) uit Friesland, mogelijk Harlingen, Franeker of Workum. De onderkant van de fundering rust op ingeslagen eiken palen. De onderste bakstenen zijn met 18 cm kleiner dan de hoger ingemetselde baksten. Deze zijn 22 cm lang. De waarschijnlijk vierkante toren had mogelijk een formaat van 6 x 6 m. Binnen in de toren waren vertrekken. De binnenmuren zijn gepleisterd met witte kalk. In en rond de toren zijn tabakspijpen, munten en musketkogels gevonden. Vanaf de weg onderaan de dijk ligt een opgaand pad. Dit pad is tevens een steunberm zodat de toren niet wegzakte. Gezien de enorme barst midden in het muurwerk is de toren langzaam van de dijk afgegleden. Wanneer de wachttoren wordt afgebroken is nog onbekend, de dijk ligt dan 2,6 m + NAP.
Onderaan de dijk stond mogelijk in de late 16de eeuw een klein tolhuis. Op deze plaats werd later een dijkmagazijn gebouwd. Hier sloeg het waterschap haar gereedschap en bouwmateriaal voor noodreparaties op.
Hunebedden in de dijk?
In 1731 gebeurt er een ramp. De verwoestende paalworm verspreidt zich in de Zuiderzee. Deze boormossel eet alle palen op, de wierriem raakt zijn sterkte kwijt en staat op instorten. De dijk moet opnieuw worden beschermd. Dit gebeurt vanaf 1735 door aan de zeezijde op breekpuin grote stenen neer te leggen. Deze stenen worden op Texel niet gevonden en kwamen aanvankelijk uit Drenthe. Hunebedden werden gesloopt om met de stenen de zeedijken te beschermen. Later komen de stenen per schip uit Scandinavië.
Waterveiligheid, Deltahoogte
Met de laatste dijkversterking in de jaren ‘70 werd de dijk op Deltahoogte gebracht Een grote hoeveelheid zeezand werd gestort op de kruin en aan de zeezijde van de dijk. Hiermee werd de dijk meer dan 40 m breed. De kruin ligt nu op 8,4 m + NAP. Een groot verschil met de eerste dijk uit 1350 van 6 m breed en 1 m hoog. De Texelaars waren zeer gebrand op sterke dijken, er was zelfs een actiecomité met een poster ‘Geen Lijken, Omhoog die Dijken’. Nu wordt er opnieuw gewerkt aan de waterveiligheid voor droge voeten binnen de dijk.
Michiel Bartels & Sander Gerritsen (Archeologie West-Friesland)
Opmerking: het betreft hier een eerste voorlopige interpretatie van de archeologische resten.