2003 | Hoorn | Hoorn

Vanwege de voorgenomen verandering van het tracé van de Westerdijk is in de zomer van 2003 bij de locatie van de nieuwe schouwburg door de Archeologische Dienst van Hoorn in samenwerking met Jacobs & Burnier, archeologisch projectbureau een opgraving uitgevoerd. Bekend was dat op het beoogde terrein in ieder geval vanaf 1426, toen de eerste stadsomwalling werd aangelegd, sprake was van een poort op de plek waar de Westerdijk de stad binnenkwam, de zogenaamde Westerpoort.

Tijdens het onderzoek zijn van de oudste fase van deze poort, die vermoedelijk uit houtbouw bestond, geen resten aangetroffen. Wel zijn resten teruggevonden van een stenen opvolger die volgens historische bronnen uit 1502 dateert. Tegelijkertijd met de verstening van de poort zou ten zuiden ervan ook een toren gebouwd zijn. In 1573 werd deze vervangen door een rondeel, een groot rond verdedigingswerk dat in zee uitstak.

Een dendrochronologische datering van een houten paal die geïnterpreteerd wordt als behorende bij de fundering van de poort lijkt er op te wijzen dat toen niet alleen het rondeel is gebouwd, maar dat ook de poort toen grotendeels vernieuwd is.

Van de oudste fase van het rondeel zijn tijdens het onderzoek geen resten teruggevonden. Wel zijn de houten funderingen en resten van steenbouw van een latere fase, mogelijk uit de tweede helft van de 17de eeuw, aangetroffen.

Verder kon worden vastgesteld dat op een afstand van nog geen tien meter ten westen van de Westerpoort op een gegeven moment een doorgang in de dijk was gegraven. In de doorgang zijn o.a. houten palen en liggende planken aangetroffen. Aangenomen wordt dat dit de restanten betreffen van een overbrugging van de doorgang. De brug moet in dat geval op basis van de ligging gesitueerd worden tussen een voorpoort en de echte toegangspoort. Op oude kaarten, o.a. uit 1615 en ca. 1630 is deze situatie inderdaad zo weergegeven. Eén van de houten palen kan op basis van dendrochronologisch onderzoek rond 1593 gedateerd worden. De brug verloor rond 1650 door ophoging van het land aan de Zuiderzeezijde evenwel alweer haar functie. Gezien de afbeelding ervan op een kaart uit 1794 werd zij desondanks niet meteen afgebroken.


Deze tekst is geschreven door T.Y. van de Walle-van der Woude en eerder gepubliceerd in de Kroniek van Noord-Holland over 2003.