Draafsingel 57-59

In verband met nieuwbouwplannen voor het terrein Draafsingel 57-59 is van 1 t/m 3 maart 2005 een inventariserend onderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd. Op grond van diverse 17de– en 18de-eeuwse stadsplattegronden bestond het vermoeden dat zich op deze locatie, gelegen vlak buiten de 17de-eeuwse stadsgracht, in de bodem resten konden bevinden van een lijnbaan met bijgebouwen. Het onderzoek leverde helaas geen enkele aanwijzing op voor een lijnbaan. Omdat de geraadpleegde kaarten in vogelvluchtperspectief getekend zijn, is het heel goed mogelijk dat deze zich net buiten het onderzochte areaal bevond.

Wel zijn enkele afvalkuilen met 16de-eeuws materiaal aangetroffen. Vondsten van stapelstukjes doen denken aan afval van potten- of tegelbakkers. Tevens werden in deze kuilen roodbakkende geglazuurde tegels van enkele centimeters dik gevonden, die een uitholling aan de voorzijde hebben; wellicht betreft het kacheltegels. De meeste lijken ongebruikt te zijn. De afvalkuilen zijn doorsneden door jongere kuilen zonder enig vondstmateriaal. De indruk bestaat dat dit putten voor kleiwinning geweest zijn. Tijdens het bouwrijp maken van het terrein is enkele malen gekeken of zich hier nog meer afval- en extractiekuilen bevonden, maar dit was niet het geval. Het grootste gedeelte van het terrein was trouwens reeds tot op grote diepte verstoord door onderkeldering van de bebouwing.


Deze tekst is geschreven door T.Y. van de Walle-van der Woude & G.T.C. van den Berg en eerder gepubliceerd in de Kroniek van Noord-Holland over 2005.