Van 26 september t/m 4 oktober 2005 is archeologisch onderzoek uitgevoerd op het perceel Dorpsstraat 66 in Zwaag. Omdat tot nu toe archeologisch zeer weinig bekend is over de vroegste ontwikkeling van Zwaag, is voor zover mogelijk het volledige terrein onderzocht. Op het diepste niveau zijn verschillende sloten en kuilen aangetroffen die keramiek bevatten uit de periode 1175-1200. Het betreft met name kogelpotaardewerk (kogelpotten en bakpannen), maar daarnaast ook Andenne-, Pingsdorf- en Paffrath-aardewerk, waaronder enkele complete Andenne-kannen en een Pingsdorf-kan. De sloten waarin de keramiek is gevonden, vormden de begrenzing van een huisplaats. Van het huis zijn, afgezien van verspitte lemen vloeren, geen sporen vastgesteld.
De vloerniveaus bleken in de periode na 1200 vergraven of verploegd te zijn. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat het gebied waarin Zwaag ligt, is ontgonnen in de tweede helft van de 12de eeuw. Het vondstmateriaal bevestigt deze aanname en geeft een beeld van de materiële cultuur van de eerste bewoners in het nieuw ontgonnen gebied. Opvallend is dat sporen en keramiek uit de periode 1200-1575 vrijwel volledig ontbreken. Het terrein was in deze periode niet bewoond. Uit de aanwezigheid van keramiek uit de late 16de eeuw en vroege 17de eeuw kan geconcludeerd worden dat vanaf die periode weer bewoning aanwezig was. Onder de keramiek bevinden zich diverse fragmenten Nederlandse majolica en enkele fragmenten Italiaanse faience, o.a. van een tazza (drinkschaal) uit Montelupo. Ook uit deze periode zijn nauwelijks sporen van bebouwing aangetroffen. In de 19de en 20ste eeuw heeft diverse malen nieuwbouw plaatsgevonden, waarbij de oude fundamenten verwijderd zijn.
Download hier het volledige rapport
In het volgende artikel is ook meer te lezen over dit project:
Schrickx, C., 2010: ‘Een schamel dorpken’ in: J. Buchner, R. Lodde-Tolenaar en C. Schrickx, De Hervormde Kerk van Zwaag. De kerk, het dorp, de geschiedenis. Bouwhistorische Reeks Hoorn deel 14, 23-51.