Westerblokker 74

Van 23 februari tot en met 3 maart 2011 is door Archeologie West-Friesland een opgraving uitgevoerd op het perceel Westerblokker 74 in Blokker, gemeente Hoorn. Op dit terrein stond het Armenhuis van de Diaconie van de Nederlands-Hervormde Kerk van Blokker dat begin 2011 gesloopt is. Het perceel ligt vlakbij de St. Michaëlkerk (tegenwoordig de NH-kerk), die van oorsprong mogelijk uit de 12de eeuw dateert. Langs het dorpslint van Westerblokker zijn op diverse locaties sporen van bewoning uit de 12de en 13de eeuw gevonden. De verwachting was deze ook op perceel Westerblokker 74 te vinden. Dat was echter niet het geval. Op het terrein bleek een sloot van ongeveer 6 m breed aanwezig te zijn, die haaks op de weg liep en die rond 1625 gedempt is. Uit enkele scherfjes kogelpotaardewerk en Maaslands wit aardewerk blijkt dat de sloot in de 13de eeuw al bestond. Op het diepste niveau van het opgravingsterrein zijn nog enkele greppels en kuilen gevonden, waaruit enkele kleine scherfjes uit de 12de of 13de eeuw komen. Deze tonen aan dat het huidige perceel in kleinere stukken was opgedeeld en dat hier geen ruimte voor bebouwing was.

De brede sloot aan de oostkant van het terrein bleef lang in gebruik. Enkele palen vormen waarschijnlijk de funderingspalen van een eenvoudige houten brug over de sloot, die het perceel verbond met het buurperceel, waar mogelijk wel bebouwing aanwezig was. Omstreeks 1625 wijzigde de situatie toen de brede sloot werd gedempt. Uit de dempingslagen kon een hoeveelheid scherfmateriaal worden verzameld, waaronder een deel van een Werra-bord met drie ineengestrengelde vissen, dat vermoedelijk in Enkhuizen is gemaakt tussen 1602 en 1613, en enkele fragmenten van majolicaborden. Het terrein werd opgehoogd en aan de straatkant werd een eenvoudig huis gebouwd dat bijna de volledige breedte van het perceel in beslag nam. Het had een rechthoekige plattegrond van 11,5 x 5,5 m. Van dit huis is slechts een deel van een zijmuur, een uitgebroken kelder en een ronde waterput teruggevonden. De plattegrond kan worden gereconstrueerd op basis van de oudste kadastrale kaart uit 1824.

Vondstmateriaal uit de 17de eeuw dat bij het huis hoort, ontbreekt vrijwel volledig. Een opvallende vondst is een klein zilveren muntje (diameter 13 mm) uit de regeringsperiode van Carl Gustav X (1654-1660) dat is geslagen in Riga, de hoofdstad van het toenmalige Livonia. Het muntje is vermoedelijk via de Oostzeevaart, waaraan ook inwoners van Westerblokker deelnamen, hierheen gekomen. Het vondstmateriaal uit diverse 18de-eeuwse afvalkuilen op het erf geeft een beeld van de materiële cultuur van de bewoners van het huis. Vermoedelijk waren dit tuinders of landarbeiders, die tot het armere deel van de bevolking van Westerblokker behoorden. Luxeartikelen, zoals wijnglazen en vroegindustrieel aardewerk ontbreken bijna helemaal. De bewoners konden zich echter wel een theeservies veroorloven, want uit de kuilen komen diverse porseleinen kopjes en fragmenten van drie theepotten van rood- en witbakkend aardewerk en industrieel rood aardewerk. Interessant is met name de vondst van twee borden met prinsgezinde voorstellingen uit het einde van de 18de eeuw. De voorstellingen zijn bekend van complete exemplaren in musea. Op het ene bord staat het vorstenpaar Wilhelmina van Pruisen en Willem V afgebeeld. Zij traden in 1767 in het huwelijk. Bovenaan staan de letters FSW PVOR, die staan voor Frederica Sophia Wilhelmina en Prins van Oranje. Op het andere bord staat een portret van Willem V. Tijdens zijn bewind ontbrandde in de Republiek een hevige strijd tussen de patriotten en de prinsgezinden. De patriotten, veelal afkomstig uit de gegoede burgerij, verlangden meer vrijheid, gelijkheid en inspraak in het bestuur. De prinsgezinden waren vooral afkomstig uit de regentenklasse en het lagere volk. De patriotten grepen in 1787 in diverse steden, waaronder ook in Hoorn, de macht. Het nieuwe bewind was echter van korte duur, want nog hetzelfde jaar herstelde een groot Pruisisch leger, onder aanvoering van de broer van Wilhelmina van Pruisen, de macht van Oranje. In 1795 wisten de patriotten alsnog de stadhouder te verjagen met een Frans leger en dit vormde het begin van de Bataafse Republiek. In de periode tussen circa 1780 en 1795 was de bevolking sterk verdeeld en droegen veel mensen hun politieke voorkeur openlijk uit, onder andere op serviesgoed. De bewoners van Westerblokker waren, zoals veel mensen uit de lagere klassen, aanhangers van Willem V. In de 19de eeuw werd het huis afgebroken en werd op deze plek het Armenhuis gebouwd. Dit huis had een rechthoekige plattegrond van 12,5 x 6,5 m en stond enkele meters uit de straatkant. Het was verdeeld in drie woningen. Iedere woning bestond uit een woonkamer met een of twee bedsteden, een keuken met voorraadkelder en een zoldertje. De middelste woning was de kleinste woning en was bestemd voor één persoon. We kunnen dit zien als een bejaardenwoning. De twee andere woningen waren iets groter dan de middelste woning en hadden een spiegelbeeldige plattegrond. De woonkamers waren ruim 16 m2 en de keukens slechts 5 m2. Gezamenlijk vormde deze ruimtes het woonoppervlak voor een gezin met kinderen. Binnen de contouren van het Armenhuis en in de bovenlaag van het terrein zijn diverse vondsten gedaan, die kunnen worden gekoppeld aan de bewoners van dit huis. Hiertoe behoort een serie borden van boerendelfts uit omstreeks 1800. De borden zijn vermoedelijk in de loop van de 19de eeuw weggegooid. De serie bestaat uit vijf identieke borden die bont met bloemen zijn beschilderd en drie zogenaamde pauwenstaartborden die op de achterzijde zijn gemerkt met het monogram A DWS uit Delft.


Deze tekst is geschreven door Christiaan Schrickx en eerder gepubliceerd in de Kroniek van Noord-Holland over 2011. In het rapport zijn de laatste resultaten en conclusies te lezen.


Download hier het volledige rapport