Achterom 14

Voorafgaand aan de uitbreiding van de HEMA aan de Nieuwstraat in Medemblik is een archeologisch onderzoek uitgevoerd op het perceel Achterom 14. Het Achterom is de naam van een straat langs een water dat in de 16de eeuw de grens van de stad vormde. Op de stadskaart van Van Deventer uit 1560 is te zien dat de straat ter plekke van de onderzoekslocatie toen nog niet aanwezig was. In 1573 besloot Medemblik een stadswal aan te leggen. Het stedelijk areaal werd hierbij vergroot en het water van het Achterom werd een grachtje in de stad. De werkzaamheden aan de stadsverdediging werden pas in 1589 afgerond waarna het stadsbestuur zich concentreerde op de herinrichting van de nieuwe stadsdelen. Een besluit uit 1591 waarin sprake is van een nieuwe straat valt in verband te brengen met de aanleg van de straat waaraan de onderzoekslocatie ligt. Hierna werd het volledige Achterom bebouwd, zoals goed valt te zien op de stadskaart van Blaeu uit 1649.

Bij de opgraving is over een groot deel van het terrein de oeverzone van het water van het Achterom aangetroffen. Hieruit blijkt dat dit water tot in de 16de eeuw een stuk breder was dan nu het geval is. De lagen van de oeverzone strekten zich over een breedte van ongeveer 11 meter ten oosten van de huidige kade uit. Deze zone is aangeplempt en opgehoogd, waarbij onder andere gebruik is gemaakt van stadsafval. De datering van de keramiek sluit goed aan bij de veronderstelde aanleg van de straat in 1591. Uit de ophogingslaag komen onder andere scherven Noord-Hollands slibaardewerk, Werra-aardewerk, Weser-aardewerk en majolica. In de eerste helft van de 17de eeuw verschenen op de onderzoekslocatie voor het eerst huizen aan het Achterom. Van een van deze zijn enkele muren en vloeren teruggevonden. Op de plek van het huis is een grote afvalkuil met materiaal uit de periode 1725 tot 1780 aangetroffen. Mogelijk hangt deze kuil samen met de afbraak van het huis. Het vondstmateriaal geeft een beeld van de materiële cultuur van de bewoners aan het Achterom. Uit de kuil komen voorwerpen van roodbakkend en witbakkend aardewerk, steengoed, majolica, faience, biscuit, Chinees porselein en industrieel aardewerk. Een van de objecten van majolica is een complete schotel met blauw landschap die gemaakt is in Makkum. De twee borden van biscuit (halffabricaat van faience na eerste bakgang) behoren tot het allergoedkoopste segment borden dat in die tijd was te verkrijgen. De vondsten geven een beeld van de keramiek die bij de lagere sociale klassen in Medemblik in omloop was. In de 19de eeuw werd het terrein opnieuw bebouwd met eenvoudige gebouwen die hoofdzakelijk in gebruik waren als werkplaatsen en schuren. Deze situatie is te zien op de oudste kadastrale kaart uit 1825.


Deze tekst is eerder gepubliceerd in de Kroniek van Noord-Holland over 2010. In het rapport zijn de laatste resultaten en conclusies te lezen.


Download hier het volledige rapport