De hoek van de Koepoortsweg en de Spoorsingel is sinds de late 19de eeuw onbebouwd. Vóór die tijd stond hier een huis, zoals valt te zien op een tekening van Cornelis Pronk uit 1727, de stadsplattegrond van Doesjan uit 1794 en de oudste kadastrale kaart uit 1823. Op de stadsplattegrond van Blaeu is het perceel nog onbebouwd. Deze kaart is uitgegeven in 1649, maar geeft de situatie weer van omstreeks 1640. Hierop is goed te zien dat langs zowel de Koepoortsweg als de Spoorsingel een sloot liep. De sloot langs de Koepoortsweg is gedempt in 1648 en direct daarna is hier gebouwd, getuige een gevelsteen met jaartal 1648 in Koepoortsweg 5.
Op het onbebouwde erf stond tot voor kort een bloemenkiosk en de in Hoorn bekende patatkraam van Van der Ree. Stichting Stadsherstel realiseert nieuwbouw op de locatie, in combinatie met de restauratie van het pand Koepoortsweg 1. Voorafgaand aan de nieuwbouw is een kleinschalig archeologisch onderzoek uitgevoerd.
Bij de opgravingen zijn de funderingen van het hoekpand teruggevonden. In het pand bevond zich een schoorsteenfundatie met stookvloer van plavuizen. De muren waren gefundeerd op kleine eiken palen, waarvan één dendrochronologisch is gedateerd op herfst/winter van 1648-1649. Deze datering sluit zeer goed aan bij het bouwjaar van 1648 van Koepoortsweg 5. De sloot langs de Spoorsingel is in de 18de eeuw voorzien van een kademuur, die vanaf de Koepoortsweg naar de theekoepel ten oosten van het perceel liep. Deze theekoepel bestaat nog altijd en is door Stadsherstel gerestaureerd.
Meest bijzondere resultaat van de opgraving is dat voorafgaand aan de bouw van het huis omstreeks 1648 productieafval van een majolicabakker op het terrein is gestort. Op het perceel zijn twee grote concentraties afval gevonden, beide langs de slootkant. Daarnaast is verspreid in het opgravingsvlak afval gevonden, deels als opspit in jongere sporen. Het afval bestaat uit biscuit, misbaksels, proenen, kleirolletjes en brokken ovenwand. De biscuit omvat vooral borden en wandtegels, maar ook enkele fragmenten van zoutvaten en zalfpotten. Veel borden zijn voorzien van een bolle spiegel, een model dat wel als pannenkoekenschotel of saladeschotel wordt aangeduid. Onder de biscuit van de wandtegels bevinden zich fragmenten met koude beschildering. Zowel bij de borden als de tegels komen misbaksels voor. Deze zijn voorzien van beschildering, maar het glazuur is tijdens het bakken gaan vloeien. Het meest compleet teruggevonden bord is voorzien van een voorstelling van cupido met hart. Op basis van zowel de fragmenten met koude beschildering als de misbaksels kan van een aantal decors voor het eerst met zekerheid worden vastgesteld dat deze in Hoorn zijn gemaakt. Het materiaal is daarom van belang voor de studie naar de majolicaproductie. De datering van het afval ligt waarschijnlijk tussen 1615 en 1630.
Download hier het volledige rapport