Noorddijkerweg 52

In september 2014 is door AWF een archeologisch proefsleuvenonderzoek verricht op de locatie van de voormalige Langereisschool in Ursem. De aanleiding van het onderzoek was de sloop van de school en de geplande nieuwbouw van woningen. Deze locatie ligt binnen de Kerkebuurt, het deel van het dorpslint westelijk van de Nederlands Hervormde kerk. De huidige éénbeukige kerk stamt uit 1848. Hiervoor stond een kruiskerk uit 1658 op een omgracht terrein. Het is niet bekend wat het uiterlijk van zijn voorganger is geweest. De bewoningsas waarin de kerk ligt, is vermoedelijk vanaf de 13de-eeuw bewoond. Deze as lag langs de Zuidergouw, een veenstroom of een gegraven water parallel aan De Leet, een veenstroom in de Mijzenpolder. Het bewoningslint uit de tijd van de ontginningen, mogelijk al vóór 1000 na Chr., lag op een andere plek: waarschijnlijk langs De Leet. De locatie van de kerk van Ursem uit deze periode, genoemd in een kerkenlijst uit de eerste helft van de 11de eeuw, is niet bekend.

Eerder onderzoek door Archeologie West-Friesland in 2012 in Ursem, op het perceel met veldnaam de “Hooge Werffe”, heeft bewoningsresten aan de 13de-eeuwse bewoningsas opgeleverd. De bewoning aan de Zuidergouw is vanwege wateroverlast aan het einde van de 13de eeuw of begin 14de eeuw verlaten. De bewoners hebben zich waarschijnlijk verplaatst naar hogere huisplaatsen aan de Walingsdijk, de Drechterlandsedijk en rond de kerk in de Kerkebuurt. In 2014 is door AWF een klein archeologisch onderzoek verricht aan de Drechterlandse dijk 8-10 (zie bijdrage van Sander Gerritsen in deze kroniek). Hier zijn inderdaad bewoningsresten uit de 14de-15de eeuw gevonden.

Het proefsleuvenonderzoek in de Kerkebuurt heeft sporen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd opgeleverd. Uit de Late Middeleeuwen zijn daliegaten (kleiwinningskuilen) en een plaggenophoging gevonden. Deze dateren waarschijnlijk in de periode eind12de-13de eeuw. De ophoging is mogelijk een bewijs voor bewoning hier, in één van de drie bewoningskernen langs de as, de Zuidergouw. Een klein profiel in de terp liet ophogingslagen uit verschillende perioden te zien. Nu staat hier de voormalige pastorie uit 1859. Onderin lag de 12de-13de-eeuwse ophoging, daarboven een dikkere 16de-eeuwse laag, daarop een 17de-18de-eeuws niveau en bovenin een laag uit de 19de-20ste eeuw. Sporen en vondsten uit de 14de-15de eeuw ontbraken binnen het plangebied volledig.

Aan de noordzijde van de Kerkebuurt is een aantal perceelgrenzen aangetroffen: een terpsloot, een afrastering met paaltjes en een sloot. Deze grenzen zijn ook te zien op de Kadastrale Minuut uit 1826. Uit de terpsloot van de kerk kwam een brok van een 18de-eeuwse grafzerk met de tekst “Sipper” of “Hipper” erop. Deze grafzerk is zeer waarschijnlijk afkomstig van het kerkhof dat om de kerk heen lag. Uit de andere sloot is veel materiaal uit de 17de-19de eeuw verzameld: o.a. Noord-Hollands slibaardewerk en industrieel wit aardewerk met drukdecor. De laatste dempingen in de sloten waren 19de-eeuws. Aan de zuidzijde van de Kerkebuurt werden de bakstenen funderingsresten van vermoedelijk een langhuis uit de 17de-18de eeuw gevonden. Opvallend is dat dit langhuis ook is afgebeeld op de anonieme kaart van Ursem uit ca. 1652. Het huis staat in het midden van een groepje huizen, buiten het omgrachte kerkterrein. Van dit type huis zijn door AWF slechts twee voorbeelden eerder opgegraven: in Schellinkhout en Venhuizen.

Uit de periode van de eerste ontginningen zijn geen resten gevonden in de Kerkebuurt. Dit is een extra aanwijzing dat dit oudere bewoningslint zich in de Mijzenpolder moet bevinden. Het ontbreken van sporen uit de 14de-15de eeuw is in West-Friesland een vaker voorkomend fenomeen. De vraag blijft of men zich in deze periode alleen direct achter de dijken op terpjes vestigde, of dat er weinig resten overgebleven zijn en slecht zichtbaar zijn.


Deze tekst is geschreven door Jantien Verduin en eerder gepubliceerd in de Kroniek van Noord-Holland over 2014. In het rapport zijn de laatste resultaten en conclusies te lezen.


Download hier het volledige rapport