2015 | Berkhout | Koggenland

Uit historische kaarten en bronnen is bekend dat op dit perceel een grote stolpboerderij stond. Deze boerderij is in 1871 verbrand, waarna een nieuwe stolp is gebouwd. Deze stolp is op zijn beurt rond 1918 alweer afgebroken, waarna twee identieke huizen zijn neergezet. Eén van deze tweelinghuizen is in 2015 gesloopt, zodat hier een nieuw woonhuis kon worden gerealiseerd. Bij het archeologisch onderzoek dat voorafgaand aan de nieuwbouw plaatsvond, bleek dat de tweelinghuizen uit circa 1918 op de funderingen van de stolp uit 1871 zijn gebouwd. Deze funderingen bestonden uit spaarbogen. Dit soort zware fundamenten zijn vrij algemeen in Berkhout en omgeving, wat samenhangt met de slappe bodem van het gebied.

Van de oudere stolpboerderij zijn weinig resten teruggevonden, namelijk alleen een poer en een stuk plaveisel. De poer maakt duidelijk dat ook deze stolp op spaarbogen was gebouwd. In het plaveisel zijn enkele stukken van een tegeltableau uit de 18de eeuw aangetroffen. Hierop staat een afbeelding van de personificatie van De Hoop.

Berkhout is een van de dorpen die deel uitmaakt van het gebied de Veenhoop. Zoals de naam al aangeeft, was dit een gebied met veel veen. Kenmerkend voor de omgeving van Berkhout waren kennelijk berkenbomen. Waarschijnlijk is de Veenhoop in de 12de eeuw ontgonnen, waarna de verschillende dorpslinten zijn ontstaan. Van het veendek is weinig meer over. Bij de opgraving was zeer duidelijk te zien dat onder de stolpboerderij nog wel een veenpakket aanwezig was, terwijl dit buiten de stolp niet meer het geval was. Het veen onder de stolp was sterk in elkaar gedrukt waardoor het een zeer harde laag vormde. Her en der vertoonde het veen zelfs krimpscheuren, wat aangeeft dat het veen onder de stolp sterk is uitgedroogd.

Hoewel het dorpslint van Berkhout al in de 12de eeuw bestond, zijn op deze locatie geen aanwijzingen voor middeleeuwse bewoning aangetroffen in de vorm van bijvoorbeeld vloeren, haardplaatsen of paalkuilen. Waarschijnlijk was de stolpboerderij in de 17de of 18de eeuw het eerste gebouw dat op dit perceel is neergezet. Bij de bouw van deze stolp was er dus nog een veenpakket aanwezig.

In de natuurlijke klei waren in de Middeleeuwen wel enkele daliegaten ingegraven. Dit zijn kuilen die door het veen zijn gegraven om de onderliggende klei te delven. De kalkrijke klei werd vervolgens gebruikt ter verbetering van de veengrond om deze geschikt te maken voor akkerbouw. In de Veenhoop zijn nog altijd daliegaten in de weilanden herkenbaar als ronde depressies.

Eén van de aangetroffen daliegaten was een grote ronde kuil met een diameter van ongeveer drie meter. In een afvallaag in de vulling van deze kuil zijn de scherven van minimaal twaalf kogelpotten van lokaal gebakken aardewerk, één kogelpot van Paffrath-aardewerk en twee kogelpotten van Pingsdorf-aardewerk aangetroffen. Een van de kogelpotten kwam gaaf uit de kuil naar boven en diverse andere zijn grotendeels compleet teruggevonden. Daarnaast zijn een paar scherven van twee potten of amforen en een puntgave kleine beker van Pingsdorf-aardewerk gevonden. Bijzonder is verder de vondst van een wangstang van een paardenbit, gemaakt van hoorn. Tot slot was ook dierlijk botmateriaal in de kuil aanwezig.

De hoeveelheid vondsten in dit daliegat is opmerkelijk aangezien deze kuilen over het algemeen juist geen vondsten bevatten. Ook de mate van compleetheid van de potten valt op. De indruk ontstaat dat ergens in de 12de eeuw een complete huisraad in de kuil is gegooid.


Deze tekst is geschreven door Christiaan Schrickx & Dieuwertje Duijn en eerder gepubliceerd in de Kroniek van Noord-Holland over 2015. In het rapport zijn de laatste resultaten en conclusies te lezen.


Download hier het volledige rapport