Zesstedenweg 10-12

In februari 2016 is door Archeologie West-Friesland in opdracht van de gemeente Stede Broec een opgraving uitgevoerd aan de Zesstedenweg 10-12 te Grootebroek. In zes dagen tijd werden zes werkputten aangelegd met een totale oppervlakte van 300 m2. De aanleiding voor het onderzoek waren de voorgenomen plannen tot uitbreiding van winkelcentrum Het Streekhof. Voor het plangebied gold een hoge verwachting voor sporen uit de Bronstijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd.

In het lichtgrijze natuurlijke sediment tekenden de lichtgrijze sporen uit de Bronstijd zich duidelijk af, maar door oversnijdingen van middeleeuwse sporen was de leesbaarheid van het vlak gering. Het overgrote deel van de bronstijdsporen bestond uit greppels, waaronder een aantal kringgreppels, maar ook werd een kuilenkrans waargenomen. In het gehele plangebied was een laag uit de Bronstijd aanwezig die regelmatig een vertrapte onderkant had. In het vlak tekende deze laag zich her en der af als een baan met hoefindrukken.

Vrijwel direct onder het maaiveld waren middeleeuwse ophogingslagen zichtbaar waaronder een dunne laag van gele en grijze klei met brokken huttenleem die sterk deed denken aan vloerlagen, eerder bij andere onderzoeken aangetroffen in West-Friesland. Van een bijbehorende plattegrond werden echter geen sporen gevonden. Meerdere cilindrische kuilen wezen eveneens op de aanwezigheid van bewoning in de directe omgeving. Zeer waarschijnlijk moeten deze kuilen als onbeschoeide waterputten worden geïnterpreteerd. Een mooie vondst is afkomstig uit een met veen en klei opgevulde kuil in het zuidelijke deel van het plangebied. Het gaat om een zilveren munt uit circa 1225, geslagen onder keizer Frederik II in Nijmegen. Naast kuilen werden ook twee middeleeuwse ontginningssloten aangetroffen in een noord-zuid oriëntatie. De afstand tussen het midden van de twee sloten was bijna 12 m. In een van de sloten werd een spinlood gevonden uit de 12de of 13de eeuw met een diameter van 3,1 cm en een dikte van bijna één centimeter. Aan beide zijden was het spinlood ingekrast vanuit het midden met radiale lijnen.

Aan de noordzijde van de Schaperstraat, nabij het plangebied, wees archeologisch onderzoek uit dat vrijwel alle ondiepe sporen uit de Nieuwe Tijd vlak langs de Zesstedenweg waren opgeruimd door sloopwerkzaamheden en dat alleen de diepere sporen bewaard waren gebleven. Dit bleek ook het geval aan de Zesstedenweg 10-12. Ondanks de grootschalige verstoringen van sporen uit de Nieuwe Tijd werd op het achterterrein een aantal kuilen aangesneden die op basis van het vondstmateriaal dateren in de Nieuwe Tijd. In een van deze kuilen werd een aantal mooie vondsten geborgen waaronder een vrijwel complete kan van steengoed aardewerk uit de eerste helft van de 16de eeuw, een mes met ijzeren lemmet en heft van wortelhout en een houten beker van zacht loofhout. Deze beker was iets meer dan 10 cm hoog en had een diameter van 8,8 cm aan de onderzijde en 13,5 cm aan de bovenzijde.

Twee vondsten verdienen speciale aandacht; de eerste is een koperen Chinese munt met een vierkant gat in het midden, geslagen tussen 1662 en 1722 onder keizer Kangxi. Het is voor zover bekend slechts de tweede Chinese munt die is aangetroffen in West-Friesland. De tweede is een prachtige vaas met tinglazuur en IHS-monogram in een stralenkrans. Dit type vaas wordt vaak omschreven als een altaarvaas omdat in de vaas bloemen op een altaar konden worden gezet. Waarschijnlijk is de vaas gemaakt in Nevers in Frankrijk, tussen 1600 en 1650. De oren en voet zijn afgebroken; oorspronkelijk was het voorwerp ongeveer 23 cm hoog.


Deze tekst is geschreven door Sander Gerritsen en Bart ter Steege en eerder gepubliceerd in de Kroniek van Noord-Holland over 2016. In het rapport zijn de laatste resultaten en conclusies te lezen.


Download hier het volledige rapport Download de bijlagen