Archeologisch onderzoek ter hoogte van de rotonde N239 bij Aartswoud in de gemeente Opmeer
In 2021 en 2022 is door Archeologie West-Friesland in opdracht van de Provincie Noord-Holland archeologisch onderzoek uitgevoerd op de locatie van de nieuwe rotonde van de N239 in Aartswoud, gemeente Opmeer. Er zijn sporen van bewoning ontdekt die teruggaan tot de Late Middeleeuwen. De meest opvallende ontdekking zijn de resten van herberg ‘De Rode Leeuw’, die mogelijk al meer dan zes eeuwen lang reizigers verwelkomde.
Het onderzoek vond plaats voorafgaand aan de aanleg van de rotonde. Al snel werd duidelijk dat de bodem een rijke geschiedenis herbergde. De oudste sporen dateren uit de Late Middeleeuwen (1200-1335), met onder andere een oude waterput en slootstructuren die mogelijk deel uitmaakten van een vroege nederzetting. In 1335 werd een drastische maatregel genomen; tijdens de Grote Inlaag werd de zeedijk landinwaarts verlegd waardoor 2000 hectare land buitendijks kwam te liggen. Hierdoor kwamen meerdere dorpen geheel of gedeeltelijk op het onbeschermde voorland te liggen. Binnen het plangebied werden vele vondsten gedaan, waaronder serviesgoed, munten en meerdere bijzondere metalen voorwerpen, die wijzen op de aanwezigheid van een herberg vanaf deze periode.
Dankzij de goede onderlinge afstemming kon de archeologische opgraving bij de rotonde efficiënt worden uitgevoerd. Het onderzoek heeft waardevolle informatie opgeleverd over de middeleeuwse bewoning van Aartswoud en de invloed van de Grote Inlaag op de infrastructuur en bebouwing ter plaatse. De vondst van de herberg en de sporen die samenhangen met de dijkbouw en dijkversterkingen geven een bijzonder beeld van de dynamiek in dit deel van West-Friesland door de eeuwen heen.