Stadslucht en ambacht in opgraving Nieuwe Noord

12 november 2019

De archeologische opgraving aan het Nieuwe Noord in Hoorn, op de locatie waar het lage gebouw van V&D heeft gestaan, is nog altijd in volle gang. De verwachtingen van de archeologen worden overtroffen en we komen dan ook veel te weten over de geschiedenis van dit stadsdeel.

 

Ambachten

Uit historische stukken weten we dat aan de Ramen in de 15de eeuw al volop werd gewoond. Deze straat is genoemd naar de lakenramen die hier stonden. Hoorn kende in de Middeleeuwen een eigen lakennijverheid. Ververs gaven de wol de juiste kleur, spinsters sponnen de wol tot draad, wevers maakten hiervan op weefgetouwen grote lakens en vollers maakten deze lakens soepel. Vervolgens moesten de lakens worden gespannen om tot het juiste formaat opgerekt te worden. Dat gebeurde op lakenramen. Het stadsbestuur zag nauw toe op de juiste kwaliteit van het eindproduct. In de omgeving van de Ramen woonden personen die in de lakennijverheid of lakenhandel actief waren. Bij opgravingen vinden we van deze lakennijverheid weinig terug, maar wat wel duidelijk wordt is dat het gebied achter de Ramen tot aan het Nieuwe Noord door allerlei ambachtslieden werd gebruikt. Bij de opgraving is afval van leerlooiers, pottenbakkers, slagers, hoornbewerkers en schoenmakers teruggevonden. Al deze vondsten geven een beeld van de economie van de stad in de late Middeleeuwen.

Bijzonder is de vondst van een grote bakstenen oven uit circa 1500-1550. Het is nog niet duidelijk wat de functie van deze oven was, maar het meest waarschijnlijk gaat het om een groot fornuis waarop een grote bierketel stond. Hoorn kende in deze tijd meerdere kleine brouwerijen. De komende week gaan de archeologen dit verder onderzoeken.

 

Nieuwe Noord

Aan het Nieuwe Noord zijn de afgelopen weken de restanten van zes huizen uit de 17de eeuw, de Gouden Eeuw van de stad, opgegraven. Het waren eenvoudige woningen. Ieder huis had een verwarmde kamer en een kleine voorraadkelder voor de gekoelde opslag van levensmiddelen. De kelders zien er bij de opgraving soms fraai uit met vloeren van verschillende kleuren plavuizen en wandtegels tegen de wanden. Onverwacht is dat op een van de percelen al in de 16de eeuw een groot bakstenen pand stond. In en rondom de diverse huizen zijn voorwerpen van de gebruikers teruggevonden, zoals enkele tinnen lepels. Een van deze is een apostellepel, genoemd naar het figuurtje op het steeluiteinde dat een apostel zou voorstellen. Een andere leuke vondst is een deel van een aardewerken beeld van mogelijk Sint Nicolaas te paard.

 

Riolen voor de rijken

Historisch is bekend dat in 1595 het water dat in het Nieuwe Noord stroomde is overkluisd. Dat wil zeggen dat een gemetselde tunnel werd gemaakt waar het water voortaan ondergronds doorheen stroomde. Vanaf dat moment heette de straat het Nieuwe Noord en verscheen snel een aaneengesloten bebouwing. Het overkluisde water kreeg vanzelf de functie van een riool want hierop loosden allerlei aansluitingen van vuil water. Rijke inwoners lieten voor henzelf gemetselde riolen maken die uitkwamen op de hoofdriolen in de straten. Dat gold ook voor de bewoners van de grote panden aan de Ramen. Bij de opgraving zijn meerdere gemetselde riolen aangetroffen, die uit de 18de eeuw dateren. De armere inwoners moesten volstaan met een beerput of wisselton.

 

De opgraving wordt deze en volgende week voorgezet en daarna wordt de bouwput voor de nieuwbouw aangelegd. De eenmalige kans in de bodem te kijken is daarmee voorbij, maar we zijn veel te weten gekomen over de rijke geschiedenis van de stad.